SV | Doch in dit alles was ik niet te Jeruzalem; want in het twee en dertigste jaar van Arthahsasta, koning van Babel, kwam ik tot den koning; maar ten einde van [sommige] dagen verkreeg ik [weder] verlof van den koning. |
WLC | וּבְכָל־זֶ֕ה לֹ֥א הָיִ֖יתִי בִּֽירוּשָׁלִָ֑ם כִּ֡י בִּשְׁנַת֩ שְׁלֹשִׁ֨ים וּשְׁתַּ֜יִם לְאַרְתַּחְשַׁ֤סְתְּא מֶֽלֶךְ־בָּבֶל֙ בָּ֣אתִי אֶל־הַמֶּ֔לֶךְ וּלְקֵ֥ץ יָמִ֖ים נִשְׁאַ֥לְתִּי מִן־הַמֶּֽלֶךְ׃ |
Trans. | ûḇəḵāl-zeh lō’ hāyîṯî bîrûšālāim kî bišənaṯ šəlōšîm ûšətayim lə’arətaḥəšasətə’1 meleḵə-bāḇel bā’ṯî ’el-hammeleḵə ûləqēṣ yāmîm nišə’alətî min-hammeleḵə: |
Doch in dit alles was ik niet te Jeruzalem; want in het twee en dertigste jaar van Arthahsasta, koning van Babel, kwam ik tot den koning; maar ten einde van [sommige] dagen verkreeg ik [weder] verlof van den koning.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Doch in dit alles was ik niet te Jeruzalem; want in het twee en dertigste jaar van Arthahsasta, koning van Babel, kwam ik tot den koning; maar ten einde van [sommige] dagen verkreeg ik [weder] verlof van den koning.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!